Elke ouder heeft dromen en verwachtingen ten aanzien van zijn/haar kind. Deze droom wordt ernstig verstoord als je verneemt dat je kind een handicap heeft.
Plots ziet je wereld er anders uit. Dikwijls is er veel onzekerheid en onduidelijkheid: Hoe ernstig is de handicap ? Wat zijn de overlevingskansen ? Welke verwachtingen mogen we als ouder hebben voor de toekomst ? Hoe gaan we ons als gezin reorganiseren ? …
Je komt terecht in een nieuwe wereld: wetgeving gehandicapten, tegemoetkomingen, aangepast onderwijs, … Tegelijkertijd zijn er die ontzettend verwarrende gevoelens : verdriet, onmacht, woede, schuld, … Vaak word je vanuit je omgeving geconfronteerd met allerlei uitspraken en goedbedoelde adviezen die je moeilijk kan vatten en die je als ouder doen twijfelen of je wel ‘goed’ bezig bent met je rouwproces .
In deze workshop staan we stil bij de betekenis en de impact van handicap in een gezin. Wat betekent handicap voor de ‘brusjes’ ? Hoe handhaven zij zich in dit gezin en op welke manier zoeken zij hun weg ?
Grootouders hebben vaak met dubbele rouw te maken: ze rouwen om hun zoon of dochter die niet het leven heeft gekregen dat ze hem/haar zo graag gunden én ze rouwen om hun kleinkind dat een beperking heeft. Hoe ga je als begeleider om met deze rouwprocessen van ouders / brussen / grootouders ?
Ouders geraken in de war en zijn op zoek naar ‘het wie’ (wie is dit kind, wat is daar zo eigen aan ?) en ‘het wat’ (wat heeft dit kind en hoe bepaalt deze handicap ons leven) ? Hoe ziet ouderschap eruit als je een kind hebt met een handicap? Is daar een model voor of worden dit eigenzinnige of eigenwijze ouders ?
We maken komaf met enkele mythes die in de loop van de tijd zijn ontstaan rond rouw en handicap. We zoeken naar wat een gezin écht kan helpen als ze geconfronteerd worden met dit ‘rauw’ proces.
Door stil te staan bij al deze vragen kunnen we groeien naar een betere dialoog tussen de ouders en de professional(s). Deze workshop wil hier een eerste aanzet toe geven.
Doelgroep
Hulpverleners (opvoeder-begeleiders, psychologen, pedagogen, therapeuten) die gezinsbegeleidend en/of gezinsgericht werken met personen met fysieke en/of verstandelijke beperkingen.